Elke stad heeft een Wibautstraat

Lijken steden op elkaar of zijn ze uniek? Over waarom Europa zo sterk inzet op innovatie steden en regio’s.
Ik las een artikel over de film Cycling cities:  architect en filmmaker Jord den Hollander maakte een film over een fietser die met een foto van de Amsterdamse Wibautstraat op pad ging en aan inwoners van Peking, Milaan, Havana, Boedapest en Mexico City vroeg waar in de buurt hij die straat op de foto kon vinden. Inwoners wezen in elke stad de weg naar hun Wibautstraat (voor de niet-Amsterdammers: een brede straat met typische jarenzestighoogbouw). De Chinezen, Italianen, Cubanen, Hongaren en Mexicanen herkenden allemaal de straat, en wezen hem de weg naar soortgelijke straten. Hetzelfde deed hij met het Amsterdamse Vondelpark en  het Museumplein (mét fietstunnel), en maakte er de film Cycling Cities over.  Op het Rotterdamse Architectuur Filmfestival worden deze beelden in een installatie parallel vertoond deze week.

 

Opvallend hoe op het niveau van de inwoners alle steden op elkaar lijken. Dat geldt natuurlijk niet alleen voor straten, parken en pleinen, maar ook voor de problemen waar steden mee worstelen zoals verminderde bereikbaarheid door opstoppingen, terugdringen van energieverbruik en luchtverontreiniging. En waarvan de oplossingen directe invloed op de inwoners hebben. Op dit moment woont al 70 procent van de Europeanen in steden, en in 2050 zelfs meer dan 70 procent van de wereldbevolking.

 

Niet zo gek dat op dit moment beleidsmakers van buiten de steden, op nationaal en Europees niveau, steeds meer kijken naar steden om oplossingen voor klimaat-, energie- en transportproblemen. En dat de toepassing van innovaties waar het bij die oplossingen om gaat interessant is: geen twee steden zijn precies gelijk, maar als je kunt realiseren dat een innovatie werkt in zeg zes zeer verschillende Europese steden, dan heb je iets geleerd over hoe je de oplossing kunt uitrollen en hoe je obstakels uit de weg moet ruimen.

Heel vaak is de technologie om bijvoorbeeld over te schakelen naar elektrische auto’s of bussen er al lang, maar lukt het om verschillende redenen niet om die uit te rollen. Dat heeft te maken met sociale innovatie: hoe verander je een mindset en soms wetgeving van de lokale overheden, met business modellen en schaalvoordelen: op kleine schaal is iets niet rendabel, maar als bijvoorbeeld een aantal steden samen optreden als launching customer, dan wel.

Dáár besteedt Europa geld aan in programma’s als Horizon 2020 en Interreg. Aan oplossingen die na afronding van het project repliceerbaar en opschaalbaar zijn naar andere Europese steden. Oplossingen waar een werkend businessmodel achter zit. Oplossingen die iets positiefs opleveren voor de inwoners van de stad.

Als stad of regio heb je bij zo’n subsidieproject naast EU-budget het voordeel dat je bij een probleem waar je toch al mee worstelt kun leren van andere Europese regio’s (en bedrijven en kennisinstellingen). Uitgangspunt is dat je een vraag waar je toch al mee worstelt inzet voor een Europees project. Handig is als je al bezig bent met een deeloplossing voor je probleem, dat je in zo’n project iets komt brengen, en iets komt halen.

Want jouw stad is uniek, maar lijkt ondertussen veel meer op andere steden dan je misschien dacht!

Afbeeldingen met dank aan Cycling Cities en het AFFR.

> Meer over Europa en steden
> Cycling Cities draait deze week op het Architectuur Filmfestival Rotterdam

The Europeanologist voldoet aan Europese gegevensbeschermingswetgeving (GDPR) en gebruikt minimale cookies om de site beter te maken. Meer weten

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten