Al is het heart breaking, de Britten zullen uit de EU vertrekken. Veel EU-politici roepen dat we het Groot-Brittannië goed moeten laten voelen. Natuurlijk kan een land niet zomaar vertrekken uit de samenwerking met andere EU-lidstaten, er moeten afspraken gemaakt worden over hoe de EU in de toekomst met de Engelsen gaan samenwerken. Maar alleen maar mikken op een slagveld voor Groot-Brittannië, daar heeft Nederland zelf alleen maar last van en geen voordeel. Met hoogleraar Roel Beetsma schreef ik onderstaand opiniestuk in het Financieele Dagblad over hoe je op basis van de cijfers tegen de komende Brexit-onderhandelingen aan moet kijken.
Van FD.nl: Waarom Nederland moet inzetten op een zachte brexit
Eind maart dient de Britse premier Theresa May vrijwel zeker het verzoek in om het Verenigd Koninkrijk af te scheiden van de Europese Unie. Politici roepen luidkeels om een ‘harde brexit’, maar je hoort ook dat het belangrijk is de goede relaties tussen de EU en het VK te behouden. Wat levert het beste resultaat op voor Nederland?
De brexit-onderhandelingen zullen in de kern gaan om de Europese vier vrijheden: vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal. Voor het VK lijkt het vrije verkeer van personen uitgesloten, want dat was het belangrijkste issue bij het brexit-referendum. Toegang tot de Europese interne markt wil het VK wel graag houden. Voor de EU zijn de vier vrijheden juist ondeelbaar: het is alles of niets.
Om andere landen af te schrikken ook uit de EU te stappen, moet de brexit het VK duur komen te staan, zo valt vanuit de EU te beluisteren. En voor sommige EU-lidstaten is het minder erg om het VK te verliezen uit de interne markt dan voor andere.
Ondertussen zijn de Britten buitengewoon optimistisch, wellicht omdat zelfvertrouwen uitstralen geen kwaad kan bij de start van de onderhandelingen, al bekritiseerden May’s voorgangers John Major en Tony Blair die houding onlangs. De Britten lijken echter ook hun eigen positie te overschatten, en een harde brexit niet onoverkomelijk te vinden. Terwijl die de Britse economie een enorme klap zou gaan geven.
Want bij de hardst mogelijke brexit, waarbij er geen enkele handelsafspraak wordt gemaakt tussen het VK en de rest van de EU, wordt export aanzienlijk duurder voor het VK. Het land stapt dan uit EU-handelsovereenkomsten en valt terug op de tarieven van de Wereldhandelsorganisatie (WTO). Het exporttarief op Britse producten wordt dan gemiddeld 4% tot 5%. Willen Britse exporteurs geen marktaandeel verliezen, dan zullen ze deze kosten voor eigen rekening moeten nemen.
De komst van nieuwe bedrijven weegt voor Nederland niet op tegen de kosten van een daling van de export naar het VK
Het VK denkt dit te kunnen compenseren door het vergroten van hun export naar niet-EU landen, en dan vooral naar de Verenigde Staten. Probleem hierbij is dat er nog niets concreet overeengekomen is met de VS, en president Donald Trump zeer onvoorspelbaar is. Bij het uitblijven van een overeenkomst gelden ook hier de WTO-regels, met exporttarieven van 3% tot 4%. Het VK mag ook pas nieuwe handelsovereenkomsten met niet-EU-landen sluiten zodra de brexit voltooid is, zo dicteren de regels van de EU interne markt. Dat is op z’n vroegst over minimaal twee jaar, de periode die officieel staat voor de EU-uittredingsprocedure. Bovendien exporteert het VK ruim driemaal zoveel naar de EU als naar de VS, respectievelijk 12% en 4% van het Britse bruto binnenlands product (bbp). Het VK zal het moeilijk krijgen met compenseren van een kleinere en duurdere export naar de EU door meer te handelen met de rest van de wereld. Bovendien nemen exportkosten natuurlijk toe met de afstand.
Voor Nederland heeft een brexit hoe dan ook grote gevolgen. Er wordt nu vooral verlekkerd gekeken naar bedrijven die het VK willen verruilen voor het Europese vasteland en Nederland in het bijzonder. Door de onzekerheid kiezen investeerders nu al minder voor het VK en dat zal na een harde brexit alleen maar toenemen.
Maar de komst van nieuwe bedrijven weegt voor Nederland niet op tegen de kosten van een daling van de export naar het VK. In 2015 exporteerden we (inclusief wederuitvoer) 7,6% van ons bbp naar het VK. Alleen Ierland (14,1%) en Luxemburg (10,1%) exporteerden meer naar het VK. Voor andere EU-lidstaten is dit substantieel minder. Duitsland exporteerde 3,5% van zijn bbp naar het VK, Frankrijk 2,1%, en Italië slechts 1,6%. Daar komt bij dat de opgebouwde Nederlandse directe investeringen in het VK in 2014 ongeveer een derde van ons bbp bedroegen. Als het VK na de brexit vervalt tot WTO-afspraken, dan stijgen de Nederlandse exportkosten waarschijnlijk met minstens 4% tot 5%. Veel van de Nederlandse uitstaande investeringen in het VK worden bovendien minder rendabel, doordat ze gedaan zijn in bedrijven die zich richten op export naar EU-lidstaten. Hoe duurder de handelsrelaties tussen EU en VK worden na de brexit, des te harder de klap voor Nederland.
Voor Nederland is de slimste inzet in de EU-onderhandelingen dan ook die op een ‘zachte brexit’. Voldoende toegang van het VK tot de Europese interne markt is voor ons meer dan wenselijk. Uiteraard moeten daar voor het VK kosten aan verbonden zijn en moet er enige vorm van vrij verkeer van personen aan de markttoegang gekoppeld worden om de rest van de 27 EU-lidstaten mee te krijgen.
De Europees-Noorse relatie komt het dichtst in de buurt van hoe het VK zich idealiter zou moeten verhouden tot de EU
Dat zoiets mogelijk is, bewijst de Europese relatie met Noorwegen: die komt het dichtst in de buurt van hoe het VK zich idealiter zou moeten gaan verhouden tot de EU. Het VK zou dan financieel moeten gaan bijdragen aan het EU-budget in ruil voor toegang tot de Europese interne markt. Voor Noorwegen geldt daarbij vrij verkeer van personen met de EU. Omdat dit voor het VK zo’n heet hangijzer is, kan de EU kiezen om daar een uitzondering op te maken. De Britse economie is sterk afhankelijk van immigranten.
Voor de publieke opinie lijkt controle over wie het land binnenkomt het belangrijkst, niet het volledig sluiten van de grenzen. Het vrije verkeer van personen zou daarom vervangen kunnen worden door een systeem waarin het VK een bepaalde mate van controle krijgt over wie het land binnenkomt.
De Duitse bondskanselier Angela Merkel zinspeelde eerder al op deze mogelijkheid. Onder andere de machtige Duitse auto-industrie, die jaarlijkse meer dan 800.000 auto’s naar het VK exporteert en er ruim 100 productielocaties heeft, heeft groot belang bij goede handelsrelaties met de EU. Ook in de Benelux, bij Ierland en in Scandinavië kan Nederland hiervoor waarschijnlijk bondgenoten vinden. Een zachte brexit dus, met wel iets voor het VK om op te kauwen.
Roel Beetsma is MN hoogleraar pensioeneconomie aan de Universiteit van Amsterdam, Audrie van Veen is EU-expert en publiceert op The Europeanologist.eu.
De foto bovenaan vond ik via Facebook, zonder bron. Is deze van jou en wil je je naam vermeld hebben of wil je dat ik ‘m verwijder, laat even een bericht achter.
De VK zou financieel moeten gaan bijdragen aan het EU -budget in ruil voor toegang tot de Europese markt. Met vrij verkeer van personen met de EU is je boodschap. Wederom een helder verhaal. Dank je! Hoe hoog acht je de kans dat dat gaat lukken met de VVD die gaat regeren. Ik hoop ook op een zachte brexit. Kunnen wij als burger iets bijdragen?
De VVD denkt waarschijnlijk wel pragmatisch over handelsbelangen, Elly. Spread the word is wat je als burger kunt doen ;-), dus deel m’n blog vooral!